De zeven hoofdzonden
Sedert paus Gregorius de Grote (540 - 604) is in de rooms-katholieke theologie een zevental hoofdzonden klassiek geworden :
-hoogmoed (superbia) - hebzucht (avaritia) - wellust (luxuria) - afgunst (invidia) - gulzigheid (gula) - woede (ira)
en gemakzucht (acedia).
Ze worden de hoofdzonden genoemd omdat ze de oorsprong zijn van vele andere zonden. Onder de sterke invloed van de kerk draaide het leven in de middeleeuwen vooral om deze zeven hoofdzonden, die de mens voortdurend bedreigden en zijn zwakheden blootlegden. Ze vormden een soort opsomming van de voornaamste menselijke tekortkomingen. Het constante dreigen met de hel tegenover het begaan van de hoofdzonden was een geducht wapen in handen van de geestelijkheid.
De beloning van een deugdzaam leven of de straf over een zondig bestaan met hemel en hel waren niet alleen prikkels tot een goed gedrag en een afschrikwekkend middel tegen misdragingen, maar ook een middel tot onderdrukking op het sociale en politieke vlak. Eén van de beroemdste verbeeldingen van de hel is geschreven door Dante Alighieri in zijn 'Divina Comedia' (de goddelijke komedie, 1304/1321). Hierin somt Dante een grote verscheidenheid aan verdoemde zondaren op, zoals : onbeheersten, wellustigen, pooiers, gulzigaards, vrekken, verkwisters, psychopaten, moordenaars, nietsnutten, homoseksuelen, corrupte geestelijken, waarzeggers, fraudeurs, oplichters, moorddadigen, enz.
Uit deze lange lijst is gemakkelijk af te leiden aan welke verleidingen ze blootstonden en de kapitale zonden die ze begaan hadden. In zijn beeldtaal schilderde Bosch deze personen en hun zonden op een voor die tijd begrijpelijke manier door symbolen en verwijzingen in de toenmalige landstaal te gebruiken.
Sedert paus Gregorius de Grote (540 - 604) is in de rooms-katholieke theologie een zevental hoofdzonden klassiek geworden :
-hoogmoed (superbia) - hebzucht (avaritia) - wellust (luxuria) - afgunst (invidia) - gulzigheid (gula) - woede (ira)
en gemakzucht (acedia).
Ze worden de hoofdzonden genoemd omdat ze de oorsprong zijn van vele andere zonden. Onder de sterke invloed van de kerk draaide het leven in de middeleeuwen vooral om deze zeven hoofdzonden, die de mens voortdurend bedreigden en zijn zwakheden blootlegden. Ze vormden een soort opsomming van de voornaamste menselijke tekortkomingen. Het constante dreigen met de hel tegenover het begaan van de hoofdzonden was een geducht wapen in handen van de geestelijkheid.
De beloning van een deugdzaam leven of de straf over een zondig bestaan met hemel en hel waren niet alleen prikkels tot een goed gedrag en een afschrikwekkend middel tegen misdragingen, maar ook een middel tot onderdrukking op het sociale en politieke vlak. Eén van de beroemdste verbeeldingen van de hel is geschreven door Dante Alighieri in zijn 'Divina Comedia' (de goddelijke komedie, 1304/1321). Hierin somt Dante een grote verscheidenheid aan verdoemde zondaren op, zoals : onbeheersten, wellustigen, pooiers, gulzigaards, vrekken, verkwisters, psychopaten, moordenaars, nietsnutten, homoseksuelen, corrupte geestelijken, waarzeggers, fraudeurs, oplichters, moorddadigen, enz.
Uit deze lange lijst is gemakkelijk af te leiden aan welke verleidingen ze blootstonden en de kapitale zonden die ze begaan hadden. In zijn beeldtaal schilderde Bosch deze personen en hun zonden op een voor die tijd begrijpelijke manier door symbolen en verwijzingen in de toenmalige landstaal te gebruiken.
De functie is op te vatten als een meditatieve spiegel : voordat de biecht werd afgenomen de rij van zeven hoofdzonden langs lopen en je bezinnen op gemaaakte "overtredingen, zonden". Waarschijnlijk heeft koning Philips II daarom dit schilderij in zijn slaapkamer opgehangen.
De intentie van het schilderij is mede duidelijk gemaakt door twee bijbelcitaten. De bovenste "Want zij zijn een volk, dat elk begrip mist, en er is bij hen geen inzicht / Indien zij wijs waren, zouden zij dit verstaan, zij zouden op hun einde letten" (Deuteronomium 32 : 28-29).
De onderste banderolle "Ik wil mijn aangezicht voor hen verbergen en zien wat hun einde wezen zal" (Deuteronomium 32 : 20).
Wat dit einde zal zijn is afgebeeld in de vier kleinere cirkelvormige schilderijtjes in de hoeken van het paneel : de Dood, het Laatste Oordeel, De Hemel en de Hel.
De taferelen van de hoofdzonden van de mensheid zijn gerangschikt rondom en in een cirkel. De hele cirkel verbeeldt het Alziend oog van God, in de pupil Christus die zich uit zijn graf opricht en de toeschouwer zijn wonden laten zien. Rondom de pupil staat "Cave cave Deus videt" (Pas op, pas op God ziet u); wat God ziet wordt weerspiegeld in de buitenste ring van het oog. De namen van de zonden staan aan de uiterste rand geschreven maar zijn voor de toenmalige toeschouwer eigenlijk overbodig.
Een nadere toelichting :
De intentie van het schilderij is mede duidelijk gemaakt door twee bijbelcitaten. De bovenste "Want zij zijn een volk, dat elk begrip mist, en er is bij hen geen inzicht / Indien zij wijs waren, zouden zij dit verstaan, zij zouden op hun einde letten" (Deuteronomium 32 : 28-29).
De onderste banderolle "Ik wil mijn aangezicht voor hen verbergen en zien wat hun einde wezen zal" (Deuteronomium 32 : 20).
Wat dit einde zal zijn is afgebeeld in de vier kleinere cirkelvormige schilderijtjes in de hoeken van het paneel : de Dood, het Laatste Oordeel, De Hemel en de Hel.
De taferelen van de hoofdzonden van de mensheid zijn gerangschikt rondom en in een cirkel. De hele cirkel verbeeldt het Alziend oog van God, in de pupil Christus die zich uit zijn graf opricht en de toeschouwer zijn wonden laten zien. Rondom de pupil staat "Cave cave Deus videt" (Pas op, pas op God ziet u); wat God ziet wordt weerspiegeld in de buitenste ring van het oog. De namen van de zonden staan aan de uiterste rand geschreven maar zijn voor de toenmalige toeschouwer eigenlijk overbodig.
Een nadere toelichting :
De vier cirkelvormige afbeeldingen in de hoeken behoeven eigenlijk geen nadere toelichting :
Dood Het Laatste Oordeel Hel Hemel
Dood Het Laatste Oordeel Hel Hemel